Tijdens het eerste consult zal naar de aard van de klachten worden gevraagd en naar uw medische voorgeschiedenis. Daarna volgt een lichamelijk onderzoek. Afhankelijk van de klachten zal er een neurologisch en/of orthopedisch onderzoek worden verricht en ook een orthomanueel geneeskundig onderzoek. Bij sommige patiënten zal het maken van röntgenfoto’s en of ander aanvullend onderzoek wenselijk zijn om bepaalde aandoeningen uit te sluiten of aan te tonen. Veelal zijn patiënten met langdurige problemen al in het bezit van röntgenfoto’s. Deze zullen dan worden beoordeeld.
Bij het orthomanueel geneeskundig onderzoek verricht de arts een nauwkeurig onderzoek waarbij van alle wervels en het bekken de stand wordt bepaald. In het bijzonder wordt gekeken naar een bekkenscheefstand of bekkenverwringing en de gevolgen daarvan voor de hele wervelkolom.
Op de rug van de patiënt worden met een speciaal potlood de wervels afgetekend. Vervolgens worden in verschillende houdingen naar scheefstanden van het bekken en de wervels gezocht.
De behandeling
Na het lichamelijk onderzoek stelt de arts een behandelplan op. Op dat moment kan al redelijk nauwkeurig worden ingeschat hoeveel behandelingen er nodig zijn. De behandeling heeft tot doel alle standafwijkingen op te heffen. De oorspronkelijke functies van de wervelkolom, het bekken en het geprikkelde zenuwstelsel kunnen zich daarna herstellen.
Met behulp van een aantal behandelkussens wordt de patiënt in een zodanige houding gelegd, dat de arts de scheefstaande wervels in de juiste positie kan brengen. De wervels, het bekken en andere botstukken worden met de handen of met behulp van een hamertje en drevel op hun plaats geduwd of getikt. Hiervoor is weinig kracht nodig. Daarom is de behandelmethode veilig. Er wordt niet ‘gekraakt’. De behandeling kan wel gevoelig zijn. De dag na de behandeling voelt men zich meestal beurs. Dit is tijdelijk en u hoeft zich daar niet ongerust over te maken. Meestal duurt dit gevoel maar twee dagen.
Niet alle wervels kunnen tijdens één behandeling worden gecorrigeerd. Er wordt wervel voor wervel gecorrigeerd. Dit is een kwestie van techniek en er zijn daarom meerdere behandeling nodig waarbij de arts steeds voortbouwt op de vorige behandeling. Het aantal consulten verschilt per patiënt, dit hangt af van de aard van de afwijkingen. Gemiddeld zijn er drie tot vijf behandelingen nodig. Het beste behandelschema is eenmaal per week, maar langere tussenpozen vormen geen bezwaar.
In de eerste dagen na de behandeling kunt u last van vermoeidheid krijgen en enige napijn voelen, ook op plaatsen waar normaal geen klachten waren. Na de laatste behandeling kan het nog verscheidene weken duren voordat de oorspronkelijke klachten verminderen of verdwijnen. Over het algemeen wordt geadviseerd een periode van zes weken af te wachten. Na twee maanden volgt dan een nacontrole en worden meestal nog wat correcties gedaan. Als alles goed is gegaan, wordt dan de behandeling afgerond.